Panasonic DFD-AF

Panasonic DFD AF

DFD – AF

We kennen het allemaal, het scherpstellen van de camera gaat niet vloeiend. We zien de autofocus heen en weer gaan totdat uiteindelijk de foto scherp is.

 

Ten tijde van de Panasonic de GH4, heeft Panasonic een geheel nieuwe autofocus algoritme ontwikkeld dat veel van de nadelen van autofocus met contrastdetectie elimineert en een AF snelheid levert die die van de traditionele spiegelreflexcamera benadert. DFD staat voor “Diepte Van Defocus,” en om te begrijpen waarom het zo’n indrukwekkende innovatie is, werpen we eerst een snelle blik op hoe een camera AF systeem werkt.

 

Phase detectie
In een traditionele spiegelreflex camera valt een klein gedeelte van het inkomende licht op een prisma onder de spiegel, die splitst het licht in twee delen en stuurt het naar twee tegenovergestelde sensoren, het beeld wordt dus verdeeld over twee helften, waarbij ieder van deze helften het volledige beeld meet. Wanneer het beeld niet scherp is, is op of één of andere manier de twee delen ten opzichte van elkaar verschoven (voorzijde gerichte of back-gerichte). Phase-detect AF weet dus niet alleen of het onderwerp scherp is of niet, maar ook in welke richting en hoeveel onscherp het beeld is, waardoor de camera exact de lens naar de goede plek kan sturen om gelijk de juiste scherpte te bemachtigen.

 

Contrast Autofocus
In de meeste niet spiegelreflexcamera’s wordt tegenwoordig contrast-autofocus gebruikt, d.w.z. de camera zoekt het punt waar het meeste contrast is en dit is waar de scherpte ligt. Dit gebeurt door steeds met een lens heen en weer tegaan, om te zien of er meer of minder contrast in de opname zit, totdat de camera ziet dat hij het meest contrastrijke punt heeft gehad en hij gaat dan weer een stukje terug en uiteindelijk is dat het punt waar we op scherp willen stellen.

 

DFD-vs-Contrast-AF

DPD-AF

Met al dat als achtergrond kunnen we nu praten over Panasonic’s nieuwste AF innovatie, Diepte Van Defocus of DFD technologie. ingenieurs van Panasonic realiseerden zich dat ze meer informatie hadden om mee te werken dan alleen de veranderingen van focus in beter of slechter contrast metingen. Ze konden ook vertellen hoeveel het contrast signaal verbeterd of verslechterd was. Door te weten hoeveel de focus verbeterd of verslechterd na een klein brandpunt verandering, hadden ze een kans om te vertellen hoe ver uit de focus de lens was. Doordat ze dat wisten konden ze aan de lens doorgeven waar hij moest zjin om scherp te stellen.

 

Het enige vereiste is dat de camera alles van het objectief moet weten, kortom de camera moet een gedetailleerd inzicht hebben in de lens bokeh, over de volle spectrum van de onscherpte in alle omstandigheden, bij alle brandpuntsafstanden (in het geval van een zoomlens) en alle openingen.

 

Dat is een vrij lange orde, maar aangezien Panasonic hun eigen lenzen produceert, konden ze makkelijk doen voor elke objectief. Elke nieuwe camera is geladen met een volledige databank van het bokeh gedrag van al hun huidige lenzen. Daardoor kunnen de camera’s met deze nieuwe techniek supersnel scherpstellen doordat de camera weet naar welk punt hij toe moet en dan met een laaste micro fijnstelling de juiste autofocus te verkrijgen.

 

.

Terug naar boven